Hoe zit het eigenlijk met het kenteken van de koning en de auto's van het koningshuis? Zes dingen die je moet weten over (koninklijke) Nederlandse kentekens.
Je hebt misschien wel eens een auto zien rijden waarvan het kenteken begon met AA. Ha, een lid van het Koninklijk Huis! Waarom gebruiken zij een speciaal kenteken? Waar staat AA voor? En kan de koning een boete krijgen voor te hard rijden? We leggen het je uit aan de hand van vijf feiten!
1. Het kenteken stamt uit 1898
Auto's waren niet altijd voorzien van een kenteken. Dat veranderde op 20 februari 1898. Toen werd het rijksnummerbewijs ingevoerd. Voertuigen die zich mechanisch voortbewogen, meer dan 150 kilo wogen en gebruik maakten van rijkswegen, moesten voortaan een vergunningsnummer dragen. Deze zwart-op-witte of wit-op-zwarte platen werden aan de voorkant van het voertuig bevestigd. De nummerplaat was geboren.
Het rijksnummerbewijs ging niet erg lang mee, het laatst uitgegeven volgnummer was 2065. In 1906 stapt Nederland over op een ander systeem: het provinciaal nummerbewijs.
2. Het Koningshuis had niet altijd een aparte kentekenserie
Bij het provinciaal nummerbewijs kreeg elke provincie een eigen beginletter. Kentekens bestonden voortaan uit die letter, gevolgd door maximaal vijf cijfers. Was het getal 99999 bereikt? Dan werd er een Z achter de provincieletter gezet. Daarna begon de reeks opnieuw. Werd de 99999 nogmaals aangetikt? Dan begon de reeks voor een derde keer, met de letter X achter het provincienummer. Ook het nummerbord zelf kreeg een ander uiterlijk: wit op donkerblauw (er wordt ook wel eens gesteld dat het korenblauw was).
Er golden een paar uitzonderingen. Voor Nederlanders in het buitenland, buitenlanders in Nederland, ambassadepersoneel en mensen zonder vaste woon- of verblijfplek werd vaak een kenteken met een aparte beginletter uitgegeven (R). En vanaf 1937 kregen voertuigen die geëxporteerd werden als beginletter een X.
Opmerkelijk is dat leden van het Koningshuis in die tijd nog geen gebruik maakten van een apart kenteken. Ook zij maakten gebruik van het provinciaal nummerbewijs. Zo kreeg prins Bernhard het kenteken HX-13 toebedeeld. HX stond voor Zuid-Holland. Het nummer 13 heeft hij de rest van zijn leven voor zijn nummerplaten gebruikt.
3. De letters AA op het kenteken zijn in 1951 ingevoerd
In 1951 werd in Nederland het huidige kentekensysteem in gebruik genomen. Met dit zogenoemde sidecode-systeem waren kentekens niet langer persoonsgebonden, maar voertuiggebonden. Behalve voor leden van het Koningshuis. Die kentekens bleven persoonsgebonden en werden voorzien van de letters AA. Dit werd gedaan om de auto's makkelijk herkenbaar te maken.
4. AA staat nergens voor, de cijfers erachter ook niet
Waar staat die AA op het koninklijke kenteken voor? Nou, eigenlijk nergens voor. Het is gewoon twee keer de eerste letter van het alfabet. Verder zit er geen gedachte achter.
En het nummer achter AA dan? Vaak gebruiken we een laag nummer om aan te geven dat iemand belangrijk is. Zo vinden veel sporters het fijn om het rugnummer 1 te dragen en noemen we de baas van een organisatie ook wel de eerste persoon van dat bedrijf. Maar dit geldt niet voor de nummerplaten van het Koninklijk Huis. Het hoogste (of laagste, net hoe je het bekijkt) nummerbord (AA-1) wordt niet speciaal gereserveerd voor het staatshoofd. Het nummer achter AA zegt dus ook niks over belangrijkheid.
Naast leden van de koninklijke familie, kunnen ook hoffunctionarissen gebruik maken van de auto's met een AA-kenteken. Overigens hebben niet alle auto's die gebruikt worden door het Koninklijk Huis een kenteken dat begint met AA. Er zijn ook auto's die gebruik maken van een standaardkenteken.
5. De koning zal waarschijnlijk nooit een boete krijgen
De auto's van het Koninklijk Huis zijn dienstauto's. Ze worden vrijwel nooit door leden van de koninklijke familie zelf bestuurd. Dat maakt dat de koning niet heel veel kansen heeft om bekeurd te worden. Hij zit immers bijna nooit zelf achter het stuur.
Daarnaast staan de auto's van het hof ook niet op naam van de koning, maar op naam van het Hoofd Algemene Zaken van het Koninklijk Staldepartement. Die persoon zet de handtekeningen voor alle koninklijke kentekens. Het is dus erg onwaarschijnlijk dat de koning ooit zelf een boete zal krijgen voor wangedrag in het verkeer.
Bij een overtreding met een van de hofauto's ontvangt het Koninklijk Staldepartement een brief van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Daarin wordt gevraagd naar de reden van de overtreding. Vaak wordt de zaak dan niet verder vervolgd. Maar niet altijd, een enkele keer kan het voorkomen dat er een bekeuring betaald moet worden.
Meer van Quest
Het koningshuis
Advertentie - Lees hieronder verder
Advertentie - Lees hieronder verder